maandag 30 januari 2012

Ochtendtentamen

Hersenen tollen in het rond
zoveel woorden zijn ook ongezond

met een hoofd als een kernkop
ontploft door letterkundig gelal

nog even leren bij de busstop
later met buikpijn in die hal

geen genade voor wie het leest
mijn grootste gelul op open vragen

wat is het toch ook een feest
’s ochtends vroeg een tentamen 


zaterdag 25 december 2010

Rechttoe en er weer recht aan

Hallo Rechts, welkom terug.

Eindelijk sta je weer recht naast me, het werd ook wel eens tijd. Samen weer met beide benen op de grond. Negentig dagen is het geleden sinds die middag dat jij, mijn dierbare Rechts, van alle kracht en schoonheid werd ontnomen. Gruwelijk verminkt lag je roerloos naast me in het gras. Een dubbele open beenbreuk. Alleen maar omdat ze ons niet konden bijbenen.

In het ziekenhuis spookten de ergste scenario’s al door m’n hoofd, zouden wij ooit nog samen terugkeren? Een duistere periode volgde; je werd kaal geschoren, schroeven en een pin werden in je gedraaid, hechtingen volgden, het gehannes op kleine toiletten, het gestuntel in gladde badkamers. Om het compleet te maken werd je ook nog eens ziek en liep je een fikse ontsteking op. Een tragedie zoals ze zelden worden geschreven.

Maar, eerlijk is eerlijk, ''elk nadeel heb z’n voordeel'', zoals het been waar je zoveel op lijkt zou zeggen. Want wat hebben wij toch veel aandacht en geschenken gekregen. En wat hebben we een vrouwen gezien en gesproken, zelfs vrouwen waar we normaal niet zo snel op af zouden stappen. Het ziekenhuisbed, de krukken en de rolstoel werkten als een ware magneet. Maar die tijden zijn voorbij, Rechts, we zullen weer op eigen benen moeten staan.
                             
Over negen maanden zul je weer als een onbevangen lammetje dartelen over de velden, in je witte schoen en zwarte kous. Je eerste contact met de bal zal als een wedergeboorte voelen. Een aanraking als tussen God en zoon, zoals in de Sixtijnse kapel geschilderd. Magisch. De gedachte alleen al doet je tintelen, ik voel het ook. Vanaf dan zal het doelpunten regenen, ongenaakbaar zullen we samen zijn. Talloze verdedigers zullen we op het verkeerde been zetten. En hard, zo hard als het metaal waarmee je nu bent vergroeid. Nee, geen enkele genade zullen we tonen, voor welke keeper dan ook. De doelnetten zullen branden. Tot die tijd kijken we naar onze teamgenoten op het veld en zullen we het naderende kampioenschap aanschouwen.

Toch vrees ik ook een beetje voor de andere kant, Rechts. Durven we nog als vanouds een duel aan te gaan? Zijn we bang als we iemand voelen naderen? Schrikken we bij een sliding of een tackle? Hopelijk zijn we het op het het veld allemaal vergeten en hebben we slechts de littekens nog als herinnering.

Het ga je goed,

Links